Het is ondertussen van mei 2019 geleden dat potvis Valentijn werd opgegraven. Sindsdien is de potvis in goede handen bij Prof. dr. Pieter Cornillie en zijn team van de Universiteit Gent, faculteit diergeneeskunde - vakgroep Morfologie.
De resten van het 17 meter lange zeezoogdier werden tijdens de opgravingen in 2019 ter plekke versneden op de site van Ten Bogaerde. De laatste restjes weke delen die nog aan de botten hingen, werden in Merelbeke verwijderd. In een tweede fase genoot Valentijn van een zonnebad dat ervoor zorgde dat zijn botten bleekten. In de loop van september van 2020 werden de botten uit de vloeistoftanks gehaald en grondig gereinigd. Een tiental maanden lagen ze te drogen. Tijdens deze fase werden de resten verder onderzocht, en werd ook schimmel- en vetbloei aangepakt. Na het ontvetten van de botten begon ondertussen in 2021 het échte puzzelwerk. Hieronder lees je een beknopt verslag van de verschillende fases in het project.
Het skelet van potvis Valentijn hangt ondertussen op in de spiksplinternieuwe museumvleugel. Kom hem bezoeken vanaf 7 september 2024!
Bekijk hier het fotoverslag van de terugkeer van potvis Valentijn.
Tijdens de zomermaanden van 2022 werd het skelet van potvis Valentijn volledig in elkaar gepuzzeld. Binnenkort wordt het skelet feestelijk terug ontvangen in het nieuwe NAVIGO-Visserijmuseum. In de tussentijd is het team van professor Cornillie bezig met het afwerken van de puzzel die de schedelresten blijken te zijn, en de replica van enkele ontbrekende stukken, zoals een van de flippers die in de opgraving bleef, af te werken.
In 2021 werden de botten van potvis Valentijn onderzocht. Lees hier het interview met professor Cornillie waarin hij meer vertelt over de verschillende fases en stappen in dit onderzoek.
Ondertussen werd het skelet in anatomisch verband gelegd. De schedel vraagt daarbij extra aandacht, want die liep wat schade op. In september, net voor de start van het academiejaar, werd de laatste hand gelegd aan de reconstructie van de schedel.
Bij aanvang van zomer 2020 ging de laatste fase van start van de preparatie van de skeletdelen van potvis Valentijn, namelijk de ontvetting van de botten. Eenmaal deze stap isafgerond, kan het puzzelen beginnen!
Ondertussen is het team van NAVIGO-Nationaal Visserijmuseum achter de schermen dan ook druk bezig met de voorbereidingen om de museale opstelling aan te passen, zodat het skelet de gepaste plaats krijgt in het museum. Het volledige museum krijgt een make-over. In het najaar van 2020 worden de plannen daartoe geconcretiseerd. Begin 2021 werden de plannen wereldkundig gemaakt.
Na de vlotte opgravingen, waarover je hieronder meer kan lezen, werden de resten van Valentijn van Sint André bewerkt door de vakgroep Morfologie, campus diergeneeskunde van de UGent. Tijdens de zomer van 2019 ondergingen ze verschillende maceratiebaden. Zo werden eerst de laatste weke delen van het enorme zeezoogdier verwijderd. In een tweede fase genoot Valentijn van zijn zonnebad, dat ervoor zorgde dat zijn botten bleekten. In de loop van september werden de botten uit de vloeistoftanks gehaald en grondig gereinigd. Daarna laggen ze zo'n 10 maand te drogen. Tijdens deze fase werden de resten verder onderzocht, en schimmel- en vetbloei aangepakt.
De VRT maakte een uitgebreide reportage bij de aanvang van het maceratieproces. Bekijk hieronder ons filmpje van het volledige proces.
Volg de voortgang van de werken op de Facebook-pagina van het museum.
Onder ruime belangstelling van pers en publiek werd potvis Valentijn van Sint André opgegraven.
In twee indrukwekkende delen werd de walvis uit de put gehaald, de resten werden ter plaatse versneden voor vervoer. Op de campus diergeneeskunde, Vakgroep Morfologie, in Merelbeke wordt zijn skelet museumklaar gemaakt, een proces dat meerdere jaren in beslag zal nemen.
Bekijk hier het fotoalbum van de opgravingen.
In 1989, op 12 februari, spoelde potvis Valentijn aan op het strand Sint-André in Oostduinkerke. Het gemeentebestuur van Koksijde begroef hem op het domein van de abdijhoeve Ten Bogaerde. Het was toen al de bedoeling de 17 meter lange potvis later terug op te graven om hem tentoon te stellen. Na de proefopgravingen in 2013 werden concrete plannen gesmeed om Valentijn van Sint André uit de grond te halen.
"Onze potvis Valentijn wordt onze nieuwe attractie. Zo’n verhaal spreekt tot de verbeelding."
“De resultaten van de proefopgraving in 2013 zijn hoopgevend”, zegt burgemeester Marc Vanden Bussche. “Daarom maakte de gemeente Koksijde maar wat graag budget vrij voor de opgravingen in 2019. Het team o.l.v. Prof. dr. Pieter Cornillie van de Universiteit Gent voerde de werken uit. Tijdens de jarenlange voorbereidingen en werkbezoeken bouwden we een enthousiaste samenwerking uit. Zijn team maakt het skelet in de loop van de komende jaren ook museumklaar. In het NAVIGO-Nationaal Visserijmuseum worden ondertussen de nodige verbouwingen uitgevoerd. Zo creëren we de nodige ruimte om het skelet in zijn geheel tentoon te stellen. Onze potvis Valentijn wordt onze nieuwe attractie. Zo’n verhaal spreekt tot de verbeelding.”
Koksijde en walvissen, en potvissen in het bijzonder, kwamen in het verleden al vaker samen in het nieuws. Op 20 november 1939 spoelde een vinvis aan in Oostduinkerke, ter hoogte van de huidige residentie ‘Duinpark’. Net zoals vandaag én de eeuwen ervoor, trok het ongeveer 20 meter lange dier grote drommen nieuwsgierigen. Het kreng werd in stukken gesneden door gemeentearbeiders en grotendeels verbrand.
Valentijn van Sint André spoelde aan op 12 februari 1989, enkele dagen voor Valentijn, op het strand van Sint André. Het was de gemeenteraad van Koksijde die hem met deze passende naam bedacht. Hij is een van de weinige gestrande walvissen die werd begraven, met overlijdensakte, doodsprentjes en een grafzerk.
De potvis bleef na zijn doodstrijd nog enkele dagen op het strand liggen en werd daar streng bewaakt, o.a. om de waardevolle ivoren tanden tegen diefstal te beschermen. De toeristische dienst schatte het aantal bezoekers van de walvis op zo’n 300.000 personen.
Niet minder dan drie potvissen spoelden aan op 18 november 1994 op het strand van Koksijde ter hoogte van het Zouavenplein en de Vredestraat. Een vierde exemplaar werd ronddrijvend op zee opgemerkt en op het strand van Nieuwpoort getrokken. Ook deze stranding zorgde voor een acuut massatoerisme. Potvis Windekind, genoemd naar de strandsportclub ter hoogte waarvan hij aanspoelde op 26 februari 2004, was in verre staat van ontbinding. Toch lokte ook dit mannetje van zo’n 10 meter lang vele kijklustigen. Zijn onderkaak was eerder al afgezaagd, wellicht om de ivoren tanden duur te kunnen verkopen.
Met het opgraven, ontleden en tentoonstellen van walvis Valentijn, sluit het NAVIGO-museum aan bij een eeuwenoude traditie. De interesse om deze gigantische zeewezens eens van dichtbij te kunnen bewonderen, is namelijk van alle tijden. Een opvallend verhaal is hier bijvoorbeeld de onderneming van Herman Kessels, die in 1827 de stranding van een blauwe vinvis van maar liefst 27,5 meter in Bredene uitbouwde tot een waar publieksevenement. Kijklustigen konden de dissectie van het dier op de voet volgen, en het skelet werd jarenlang tentoon gesteld in Oostende, Gent, Brussel, ’s Gravenhage, Rotterdam, Antwerpen, Parijs, Londen, Frankfurt, Berlijn, Dresden, Wenen, Leipzig, de Verenigde Staten en Sint-Petersburg, waar het vandaag nog steeds een topstuk is in het Zoölogisch Museum.
Het NAVIGO-museum is in het bezit van een prent van de stranding van deze walvis, die is te bezichtigen in bezoekerscentrum. Je leest er meer over op de website van het museum.
Om de komst van Valentijn naar het NAVIGO-museum optimaal voor te bereiden, laat het team zich onder andere inspireren door het recente succes van vinvis Leo. Hij werd door hetzelfde team experts als Valentijn verwerkt. Na zijn opmerkelijke passage in de Gentste Sint-Baafskathedraal (2017-2018) tijdens de tentoonstelling ‘Out of the Box’ van het Gents Universiteitsmuseum, kreeg vinvis Leo een permanente plaats in de gebouwen van de Faculteit Diergeneeskunde in Merelbeke. Ook de blauwe vinvis Hope in het Natural History Museum in Londen is een voorbeeld voor het team van NAVIGO-Nationaal Visserijmuseum. Enkel en alleen de enorme schaal van Hope doet het publiek bijvoorbeeld stilstaan bij de wonderlijke schoonheid van de natuur, en de zorg die we hier ook in de toekomst voor moeten dragen.