hondshaaitje

Op de kelderverdieping van NAVIGO-museum zijn de blikvangers 2 grote aquaria. Elke tank bevat 30.000 liter zeewater van 13 à 14 graden Celsius. De plexi wanden van de tanks zijn aan de buitenkant 10 cm dik, de kleinere binnenwand meet 8 cm. In deze aquaria leven platvissen, zoals tarbot, tong, bot en pladijs. Maar ook roggen, honds- en kathaaien, zeebaarzen en krabben zijn er thuis. In de kraamkliniek komen de eitjes van de hondshaai terecht. De baby-hondshaaitjes ontwikkelen zich van bevrucht eitje tot mini-haaitje binnen in het eikapsel. Net zoals bij bv. de kip, zit er in het eikapsel een dooier die als voedsel dient voor het groeiende jong. Het duurt ongeveer 9 maand voordat een klein hondshaaitje vrijkomt uit het eikapsel. Eenmaal geboren, verkennen de kleine haaitjes ‘De Kelle’, het open aquarium. Daar leven ze samen met de kreeft en andere kleine visjes, zoals baby-platvisjes en de kleine pieterman.

Günther Vanbleu, de aquariumtechnicus, is ook garnaalvisser te paard. Als hij kleine visjes in zijn netten strikt, brengt hij die bijvangst mee naar de aquaria en laat hij ze verder groeien onder de beste omstandigheden. Andere nieuwe vissen worden bv. geschonken door sympathisanten met een eigen Noordzeeaquarium, andere strandvissers, maar ook vissersschepen kunnen levende vis aanlanden en die aan het museum bezorgen. De crew van Z.279 Ramblers bezorgde het museum zo al vaak interessante vissen.